Het is hoog tijd dat de heilige huisjes van de woningmarkt worden gesloopt, betoogt Jona van Loenen.
Zo lijnrecht als de politieke partijen tegenover elkaar staan op talloze sociaaleconomische thema’s, zo goed kunnen ze elkaar vinden op de woningmarkt. Alle partijen zien hetzelfde probleem en hebben ook dezelfde oplossing. Huizen zijn te duur. Er is een tekort. Dus de oplossing is simpel. Iedereen, van de VVD tot aan de PvdA, is het erover eens. Bouwen, bouwen en nog eens bouwen. Dan dalen die prijzen vanzelf.
Maar zo sterk als deze campagneleus klinkt, zo wankel is de fundering van dit beleid. Op deze manier zijn we geen huizen, maar luchtkastelen aan het bouwen. Want voordat de oplossing voor de woningcrisis in de steigers kan worden gezet, moeten eerst de heilige huisjes worden gesloopt. De hoge huizenprijzen komen niet zozeer door een tekort aan woningen, maar door een overschot in de financieringsruimte. De ruime leennormen, de fiscale voordelen, de lage rente: dat zijn de heilige huisjes van de woningmarkt. Maar in plaats van deze te slopen, worden er nog extra verdiepingen bovenop gebouwd.
De eerste etage van de jubelton, het verruimen van de leennormen voor tweeverdieners en het afschaffen van de overdrachtsbelasting, is af. Over de inrichting van de zolderverdieping wordt nog wat gebakkeleid. De PvdA pleit voor een ‘premiewoning’; de VVD voor een verruiming van de hypotheeknormen en de studieschuld minder laten meetellen, en D66 stelt voor het weer gemakkelijker te maken om een aflossingsvrije hypotheek af te sluiten.
Partijen waarbij het terugdringen van de ongelijkheid hoog op de agenda staat, draaien de belangrijkste knop van de woningmarkt als veroorzaker van die vermogensongelijkheid nog maar eens verder open.
Slachtoffer van succes
De overheid is het slachtoffer geworden van haar eigen succes. De stimuleringsmaatregelen, ingezet in de jaren vijftig ter bevordering van het eigen huizenbezit, blijken zo’n succes dat het een overheidsprobleem is geworden: ze zijn ervan afhankelijk voor de stemmen van hun kiezers. Bestond in 1948 nog 28 procent van de woningvoorraad uit koopwoningen, vandaag de dag heeft bijna 60 procent een eigen ‘plek onder de zon’. En zo regeert niet de wijsheid, maar angst voor het electoraat.
Het probleem van de opbouw van de huizenprijzen kan enkel worden opgelost door een afbouw van de financieringsregelingen. Maar dat zijn de heilige huisjes waaraan niet getornd mag worden. Als een oplossing voor de woningcrisis betekent dat de waarde van onze woning daalt, zijn we plotseling niet thuis.
Dus wordt er niet gekozen voor het versoberen van de financieringsregelingen, maar voor het verder oprekken ervan. Niet een hogere belasting op eigen woningbezit, maar het zwaarder belasten van werk. De aanpak van de woningcrisis is in die zin identiek aan die van de coronacrisis: bescherming van de oudere klasse, ten koste van de jongere generatie.
Wie een huis bouwt weet dat de stenen een draagvlak nodig hebben en legt daarom eerst een fundering. Zonder zal de boel uiteindelijk instorten. Het is een eeuwenoude bouwvakkerswijsheid. Een die de politiek negeert. In plaats van de juiste financieringsruimte als fundering te leggen, is het huizen op zand aan het bouwen. Financieringsregels voor starters worden opgerekt. Met als gevolg dat de huizenprijzen stijgen. Waarna er weer een nieuw fiscaal voordeel moet worden bedacht.
Het is een vicieuze cirkel. Een waarin we geen huizen, maar luchtkastelen aan het bouwen zijn. Een waardoor de vermogensongelijkheid niet af, maar juist verder toeneemt. Een waarbij niet de starter, maar de huizenbezitter in zijn handen wrijft. Zonder groot fiscaal ingrijpen zal de ongelijkheid op de huizenmarkt enkel toenemen. Zonder deze fundering, zal de boel uiteindelijk instorten.
Het is wat de bouwvakkerswijsheid ons leert. Maar in tegenstelling tot een ‘Prins Bernhard’-belasting is dat een standpunt dat je aan de straatstenen kwijtraakt. Als bijna 60 procent van alle huizen in Nederland een koophuis is, dan is het niet alleen de bouwfundering maar ook het kiezersdraagvlak dat ontbreekt.
Maar goed, de eerste steen is gelegd. Het heilige huisje van de hypotheekrenteaftrek wordt langzaam gesloopt. Laten we daar verder op ‘bouwen, bouwen en nog eens bouwen’.
Jona van Loenen is hoofd research bij een fintechonderneming.
recent comments