In vijf stappen: hoe de financiële crisis is begonnen, zich ontwikkelt en steeds dichterbij komt
1. Eind 2006, begin 2007: aflossingsproblemen in de VS
Amerikaanse huizenbezitters komen in de problemen met de aflossing van hun hypotheken. Het gaat om mensen met weinig inkomen en weinig eigen kapitaal, die relatief dure hypotheken hebben afgesloten. Hypotheekaanbieders hebben hypotheken verstrekt met een addertje onder het gras: de eerste jaren betaalt men een lage rente, waardoor de maandelijkse lasten goed te dragen zijn. Daarna wordt de rente verhoogd en moet er ineens honderden dollars meer per maand worden betaald. Het aantal gemiste aflossingen loopt hierdoor op, de eerste mensen worden uit hun huizen gezet, hun woningen worden gedwongen verkocht.
Gevolgen voor Nederland:
Geen. Dankzij de lage rente die de banken vragen voor leningen, groeit de economie als kool. Bedrijven investeren veel en de werkgelegenheid groeit gestaag. De enige indicatie die (met terugwerkende kracht) duidt op mogelijk naderend onheil is dat de winstcijfers van bedrijven gigantisch zijn. Dat duidt meestal op scheefgroei of een naderend einde van de hoogconjunctuur, de periode waarin het goed gaat met de economie.
2. Voorjaar 2007: de hypotheekcrisis begint echt
Amerikaanse banken beginnen de gevolgen te merken van het toenemend aantal gemiste aflossingen. De verstrekte hypotheken, waarin de banken handelen, worden minder waard. Huizen die gedwongen worden verkocht leveren minder op dan de waarde waarvoor banken ze als onderpand op de balans hebben staan. De eerste kleine hypotheekbanken komen in de problemen.
Gevolgen voor Nederland:
Geld lenen wordt duurder. Eerst voor banken onderling, later ook voor bedrijven en consumenten. De zogenoemde spread (het verschil tussen de door de centrale bank vastgestelde rente en de daadwerkelijk betaalde rente die banken elkaar onderling berekenen) loopt op – een teken van toenemend wantrouwen tussen banken onderling. Dit blijft in eerste instantie zonder grote consequenties. Veel beleggers en analisten denken dat sprake is van een gezonde correctie op de jaren van extreem lage rentes en maken zich nog weinig zorgen. Slechts enkele analisten leggen het verband met de Amerikaanse huizencrisis. Maar ook zij zien dat niet echt als problematisch: alsof Nederland en Europa last zouden krijgen van een paar hypotheekverstrekkertjes in de VS die problemen hebben.
3. Zomer 2007 tot zomer 2008: het wordt een kredietcrisis
De banken die de hypotheken verstrekt hebben, hebben die leningen samengebundeld, opgeknipt en weer doorgeleend aan andere banken en financiële instellingen. Daardoor weet niemand meer precies wie de schade zal dragen van een niet afgeloste hypotheek. Gevolg is dat banken elkaar onderling gaan wantrouwen. Het risico stijgt dat een lening die een bank afsluit niet meer wordt afgelost. Steeds vaker blijkt dat degene aan wie de lening is verstrekt zwaar in de problemen is gekomen.
Omdat de markt voor interbancaire leningen opdroogt, wordt het steeds moeilijker de waarde vast te stellen van de pakketten aan hypotheekobligaties, de opgeknipte en weer doorgeleende hypotheken. Op basis van berekeningen beginnen banken de waarde van die pakketten op de balans te verminderen. De eerste miljardenafschrijvingen stapelen zich op, evenals de verliezen.
Zakenbank Bear Stearns komt in maart 2008 in de problemen omdat beleggers de bank niet meer vertrouwen. Om een faillissement te voorkomen helpt de Amerikaanse centrale bank JP Morgan Chase met de overname van Bear Stearns.
Gevolgen voor Nederland:
Afgelopen zomer breekt ineens paniek uit. Een paar beleggingsvehikels van banken (van de balans gehaalde pakketten met beleggingen) staan door de crisis op het punt van omvallen. Ze kunnen de hoge rente die ze de beleggers hebben beloofd niet langer uitbetalen. De Europese Centrale Bank in Frankfurt grijpt met honderden miljarden euro’s in om de boel te sussen. Het effect is tegenovergesteld: de angst slaat toe.
De kredietcrisis raakt de Europese en dus ook de Nederlandse economie. Allereerst daalt het consumenten- en het producentenvertrouwen. Dat betekent dat zowel consumenten als producenten minder geld gaan uitgeven.
Ten tweede zijn banken strenger geworden bij het verstrekken van kredieten. Niet alleen onderlinge leningen, maar ook leningen aan gewone burgers worden later gegeven en tegen strengere voorwaarden. Geld lenen wordt duurder en dat zet een rem op de groei van de economie.
Het klinkt misschien goed, maar ook de steeds hogere koers van de euro ten opzichte van de dollar is slecht nieuws voor de Nederlandse economie. Dat komt omdat de Amerikaanse centrale bank de rente fors verlaagde, terwijl de Europese Centrale Bank dat niet deed. Die duurdere euro is ongunstig voor bedrijven die spullen uit eurolanden willen exporteren: die spullen worden te duur voor mensen die met dollars willen betalen.
Ten vierde is de koers van de AEX-index fors omlaag gegaan. Daardoor hebben mensen met aandelen minder vermogen en minder vertrouwen.
En misschien wel het ergste: Nederlanders beginnen bang te worden. Door alle negatieve berichten over de Amerikaanse huizenmarkt kunnen Nederlandse huizenbezitters ook denken dat de huizenprijzen hier gaan kelderen. Dat wordt het ‘besmettingsgevaar’ genoemd.
4. Zomer 2008: Fannie en Freddie raken in de problemen
De aanhoudende problemen op de Amerikaanse huizenmarkt raken nu ook rechtstreeks de twee grootste hypotheekbedrijven in de Verenigde Staten, Fannie Mae en Freddie Mac. Samen garanderen zij bijna de helft van alle in de VS afgesloten hypotheken, met een waarde van 5.300 miljard dollar. De Amerikaanse overheid vreest dat met het omvallen van Freddie en Fannie de crisis oncontroleerbaar wordt, en besluit een reddingsplan op te zetten. Beide hypotheekgiganten worden onder overheidstoezicht geplaatst, de top van de bedrijven wordt vervangen en de staat stelt zich voor 200 miljard dollar garant.
Gevolgen voor Nederland:
Weinig – en dat stelt gerust. Dat Fannie en Freddie gered worden, verbaast eigenlijk niemand. De twee hypotheekgiganten voeren namelijk een publieke taak uit, waarvan de winsten in private handen verdwenen. Die weeffout kan nu hersteld worden en dat is een vertrouwenwekkend signaal. Zo bezien doet de redding van Fannie en Freddie het vertrouwen goed. Daarbij heeft zo ongeveer de
hele wereld belegd in obligaties van Fannie en Freddie, China voorop met 350 miljard dollar. Maar ook Nederland zit voor 23 miljard dollar aan de twee giganten vastgeklonken. Pensioenfonds ABP, De Nederlandsche Bank en bijvoorbeeld de beleggingsfondsen van Robeco zijn blij met het ingrijpen van de Amerikaanse overheid. Immers: die garandeert nu rechtstreeks de waarde van de beleggingen, waardoor die waarde niet naar beneden hoeft te worden bijgesteld (de zogenaamde afschrijvingen). Indirect profiteert ook de Nederlandse staat daarvan: de afdrachten van De Nederlandsche Bank aan de staat hoeven niet omlaag.
5. Deze week vallen zakenbanken als blaadjes van de bomen
Zakenbanken Merrill Lynch en Lehman Brothers komen in de problemen. Merrill ‘redt’ de situatie door zich te laten overnemen door een rijke bank die zoveel geld heeft dat deze garant kan staan voor Merrill: Bank of America. Voor Lehman Brothers zijn geen kopers te vinden. De bank vraagt uitstel van betaling aan.
Afgelopen maandag breekt wereldwijd paniek uit op de beurzen. De grootste verzekeraar ter wereld, American International Group (AIG), dreigt om te vallen en vraagt om 40 miljard dollar noodhulp van de autoriteiten, maar krijgt een dag later toestemming voor slechts de helft.
De problemen van AIG leiden op de financiële markten tot een schokreactie. Verzekeraars, die tot nu toe redelijk goed door de crisis heen leken te komen, blijken toch grotere problemen te hebben dan verwacht. Aandelen in verzekeraars kelderen met vele procenten per dag. De crisis dreigt nu ook over te slaan naar pensioenfondsen, die hun beleggingen in de verzekeraars in rap tempo zien verdampen. Daardoor kan de dekkingsgraad van de fondsen in gevaar komen. En als dat gebeurt is er nog maar één oplossing: de pensioenpremies omhoog.
Gevolgen voor Nederland:
In deze fase van de crisis is angst de allesoverheersende factor. Kijk maar naar de reacties op de beurzen. Sinds 11 september 2001 zijn die niet meer zo hard omlaag gegaan. Dat raakt beleggers, maar ook de echte economie (zie probleem 3.) Groot, maar voorlopig vooral bij de banken. Het uitwaaieren van de crisis naar andere delen van de financiële sector zal onvermijdelijk tot een herstructurering van het bankwezen leiden. De overheid, met name die in de Verenigde Staten, zal grenzen moeten trekken. Deze bank redden we wel (Bear Stearns in maart), deze bank niet (Lehman Brothers dit weekend). De hervorming van de financiële wereld zal ook zijn weerslag hebben op Nederlandse banken. De Londense econoom Willem Buiter schreef onlangs al dat hij verwacht dat we terug gaan naar traditioneel bankieren. Geen belachelijk ingewikkelde producten meer waarvan niemand de risico’s kan inschatten, maar gewoon spaargeld beheren en leningen aan bedrijven verstrekken die daarom vragen.
Door Egbert Kalse
bron: nrcnext.nl
Goed stuk, heel duidelijk.
Zo krijg ik eindelijk inzicht in dit gedoe. Het is lastig om precies bij te houden hoe het nou zit. Ik doe een opleiding management economie en recht en dan is het handig om ook de actualiteiten in de gaten te houden. Met zulke artikelen kan ik in ieder geval wat!
Bedankt voor het maken en plaatsen!