Regels overstelpen hypotheekmarkt

De overheid beperkt én stimuleert de hypotheekverlening. ‘Het risico ligt bij de belastingbetaler’

Door Robert Giebels

Nóg een gevolg van de hypotheekrenteaftrek: een ongehoorde stapel regels die de effecten van die aftrek weer indammen. De overheidsregulering op de hypotheekmarkt heeft twee, elkaar tegenwerkende effecten. Enerzijds is een deel van de maatregelen gericht op het stimuleren daarvan. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB).

Kernvraag; hoe goed of slecht heeft de overheid die hypotheekmarkt nu
geregeld?

Neem de Nederlandse huizenbezitter anno nu. We noemen hem Jan Kees. Eingelijk kan Jan Kees met zijn inkomen geen hypotheek krijgen voor zin droomhuis. Maar een huurwoning is voor hem ook te duur en op een goedkoop huurhuis moet Jan Kees misschien wel jaren wachten. Gelukkig is daar de hypotheekrenteaftrek én de Nationale Hypotheekgarantie, de NHG. Dat is een overheidsgarantie bedoeld om de drempel tot het woningbezit te verlagen. Omdat de bank, als het fout gaat, een beroep kan doen op een waarborgfonds, komt een NHG’er makkelijker aan zijn hypotheeklening. En zo hoeft Jan Kees minder hypotheekrente te betalen. In combinatie met de hypotheekrenteaftrek opent de NHG voor Jan Kees de deur van zijn nieuwe koopwoning.

‘Uiteindelijk komt dat risico bij de belastingbetaler te liggen’, zegt Barbara Beersma, hoogleraar economie en directeur van economisch onderzoeksbureau SEO, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. Dat komt door de NHG, waarvan Beersma en medeonderzoeker Marco Kerste vinden dat die zo snel mogelijk moet worden afgeschaft. ‘Als die garantie al effect heeft, dan is die negatief.’ Door de NHG voelen huiseigenaren niet het risico niet dat ze lopen. Voor de banken geldt hetzelfde. Doordat de NHG een overheidsgarantie is, komt het risico van de banken bij de staat te liggen. Het stimuleren van grote risico’s op kosten van de staat gaat volledig in tegen de lessen die de financiële wereld geleerd zou moeten hebben van de kredietcrisis. Maar het gaat Baarsma en Kerste er vooral om waar de NHG voor staat. En dat de overheid tegengestelde doelstellingen heeft op de hypotheekmarkt. ‘Aan de ene kant wilde overheid met bijvoorbeeld de NHG en de aftrek het huizenbezit stimuleren. En dus het verstrekken van hypotheken’, zegt Baarsma. ‘Maar aan de andere kant’, vult kerste aan, ‘beperkt de overheid het nemen van een hypotheek. Zo wil het risico’s uitsluiten die huiseigenaren en banken lopen.’ Bovendien is de NHG overbodig geworden nu voorwaarden daarvan sterk lijken op die in de Gedragscode Hypothecaire Finaciering.

In die gedragscode zal in de toekomst waarschijnlijk worden opgenomen dat nog maar de helft van de hypotheeksom aflossingsvrij mag zijn. Dat is ook een aanbeveling van het SEO-rapport. Hierdoor is het risico dat huizenbezitters aan het  eind van de looptijd met een restschuld blijven zitten lager. En dat is positief, zeggen de onderzoekers, ook omdat de onzekerheid over de toekomstige pensioenen alleen maar toeneemt. Verder vermindert het beperken van het aflossingsvrije deel de verstorende werking van de hypotheekrenteaftrek.

Er is nauwelijks nog een econoom te vinden die voor die aftrek is. ‘Hij viel buiten de scope van ons onderzoek,’zegt Kerste, ‘maar je kunt er niet omheen als je de hypotheekmarkt onderzoekt.’ Dan blijkt de aftrek een economisch onding, ‘een uiterst bepalende vorm van overheidsfalen’, staat in het onderzoek. Schaf hem af en een flink deel van alle regels om de hypotheekmarkt te reguleren , kan bij het vuilnis.

Hard nodig, vindt de NVB, de opdrachtgever van Baarsma en Kerste. Want zegt hoofd Consumentenzaken Edward Feitsma van de NVB: ‘Bij elke hypotheek moet je dertig documenten inleveren. Nederland loopt voorop in het zeer grote aantal regels. We zijn daarin doorgeslagen. Op de 3,6 miljoen hypotheken gaat het ongeveer 2.000 keer fout. Dat is onvoldoende marktfalen om met zoveel regels te corrigeren.’

Ook de NHG probeert niet dat marktfalen te corrigeren. Reden te meer om de hypotheekrente af te schaffen of op zijn minst voor een beperkte groep relevant te maken. Volgens Baarsma en Kerste schuilt er paternalisme in de NHG. ‘Want die garantie heeft geen positieve economische effecten en toch zet de overheid dat instrument in om het eigen woningbezit te stimuleren, dwars door alles heen. Dat is paternalisme: de overheid weet wat goed voor je is, ook al is er geen bewijs voor’.

Volkskrant  30 maart 2011

Share Button

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*

Comments to this post